Voor jonge judoka is de stap naar wedstrijden soms (te) groot.
Een tussenvorm is de randori: geen wedstrijd met scheidsrechters en prijzen, maar vriendschappelijke partijtjes. Partijtjes, waarbij de judoka na afloop samen beslissen wie gewonnen heeft. Heel erg drempelverlagend, veel minder spanning en het plezier in het spelletje zelf i.p.v. de winst centraal.
Ook wordt nu binnen een tijdsbestek van 1 uur een mini-wedstrijdtraining gegeven en kunnen de kinderen hun partijtjes met weinig wachttijd draaien. Veel rendement voor weinig tijd.
Judoleraar Rita Evenberg werd begeleid door de dojo-assistenten in opleiding. Dit waren vandaag Marijn Hanstede, Twan Weber, Emi Zwak, Bjorn Lubbers, Sem Kalwij en Fenne van Beek.
Voordeel van deze constructie is dat de begeleiding de judoka’s al kent en vice versa, hetgeen nog drempelverlagender werkt.
Na een warming-up met ne-waza (grondjudo) werden enkele wedstrijdelementen getraind: werken met de rode rand, duwen, trekken, wegdraaien en ‘slim’ judoën.
Daarna kozen de judoka’s zelf een groepje van 4 om hun partijtjes in te draaien. De dojo-assistenten stuurden dit waar nodig bij. Hierna kregen de groepjes ieders een eigen begeleider. Alle partijtjes duurden 2 minuten en eindigden niet bij een ippon (heel punt) zoals gebruikelijk. Zo kreeg iedere judoka voldoende wedstrijdtijd om ook daadwerkelijk ervaring op te doen. Na afloop van de 2 minuten bepaalden de judoka’s wie de winnaar was, waar nodig geholpen door hun eigen begeleider. Na het draaien van alle partijtjes besprak de begeleider met het groepje de uitslag.
Ter afsluiting kreeg iedere judoka een bidon van de club. Deze kan voortaan mee naar de volgende randori trainingen en in de toekomst weer naar ‘echte’ wedstrijden.
Wat de judoka en leraren van JPT betreft duidelijk een geslaagd concept dat vast onderdeel van het programma gaat worden.